A road to no where

B&B la Maison


Het voelt onnatuurlijk om de reis die we twee dagen geleden omhoog naar Checheng maakten nu weer terug te moeten maken. Het enige betaalbare in de zuidelijke regio is het B&B la maison in Eluanbi. Het stadje met de witte vuurtoren waar we al eerder waren. We hebben geen keuze. Nee, we hebben zelfs geluk want als we daar aankomen weet John, onze zeer goed Engels sprekende host uit Frankfurt, ons te vertellen dat we enorm veel geluk hebben. Wegens een afmelding kwam net een boeking weer vrij, en wij waren toevallig online aan het zoeken. A match was made in heaven, zeker omdat hij aanbiedt te helpen om onze tocht naar de oostkust te organiseren.


Ook hier zijn veel zaken gesloten, het is nog steeds bankholiday. Pas vanaf 1 maart wordt alles weer normaal en kunnen we onze reis voortzetten. Such is life dus geniet er dan maar van. Vlak bij de vuurtoren is een klein marktje. We gaan daar wat te eten zoeken. Alle menukaarten zijn in het Chinees. Hilarisch! Op iemands bord zien we gebakken rijst dus ik wijs dat aan. Er wordt onmiddellijk een tafeltje uit een ander kraampje geplukt en twee plastic krukjes. Een mevrouw biedt ook aan om bij haar aan tafel te komen zitten. Zo vriendelijk allemaal. De rijst smaakt heerlijk en we legen de bordjes tot de laatste krummel.


Tijd voor wat sightseeing. Het meest zuidelijke puntje van Taiwan is hier een trekpleister (mogelijk bij gebrek aan andere bezienswaardigheden). Het waait nog steeds flink en de dikke wolken lijken een flinke regenbui te verbergen. We wandelen een flink uur bergafwaarts en dan zien we het: een soort niks zeggende betonnen sculptuur waar rijen Taiwanezen staan te wachten op hun beurt om een selfie te maken. Het meest zuidelijke punt van Taiwan. En ik sta ook in de rij. En dan de klim weer terug naar boven. Het begint te spetteren. We stappen flink door.


We hebben vanmiddag alvast een plekje gereserveerd in een restaurantje. Het is hier nog steeds reten druk dus om 19.30 uur mogen we aanschuiven. Spicy Thai beef Salad en Som Tam staan op de eveneens engels ondertitelde kaart. Nou ja, onze favorieten. En ze maken het ook echt goed. Terwijl het buiten regent en stormt genieten wij van al het familiegedoe om ons heen. Verstaan kunnen we ze niet maar beelden spreken boekdelen.


Het B&B beschikt over een dakterras met een soort groot bad, hier noemen ze het een zwembad. Je kan daar heerlijk over de oceaan turen en de zon onder zien gaan. Na de regen en storm van afgelopen dagen is het deze ochtend zonnig en zelfs warm.


Eerst gaan we onze was doen. John heeft de wasmachine geprogrammeerd en voor ons klaar gezet. Hij heeft lijnen gespannen waar we alles kunnen laten drogen zodat het de volgende dag in de koffertjes mee kan naar de Oostkust. Hij tipt ons het naastgelegen restaurant waar zeer verse vis op Taiwanese wijze wordt bereid. We hebben al gezien dat het zeer druk bezocht wordt. Bij binnenkomst wordt er voor ons snel een een tafeltje bijgeschoven en mogen we in de koelkist onze lunch uitzoeken. Daar liggen vissen, kreeften, garnalen, schelpen, octopus en meer keurig in plastic verpakt met een prijssticker erop. Je geeft zelf aan hoe je hem klaargemaakt wilt hebben. Gaaf toch. Het worden de schelpen, de gefrituurde vis- en octopuskoekjes, de sashimi van Kobia (die we aanwijzen bij de buren) een klein kommetje rijst en twee bier. Achter elkaar komen mensen vragen om een tafeltje en her en der wordt wat geschoven en verplaatst. Ze proberen voor iedereen plaats te maken. Het eten is goed en we doen ons ook tegoed aan de Taiwanese familietradities en cultuur om ons heen.


Na de lunch is het weer zo lekker dat we op het dakterras neerstrijken en zowaar kan de bikini uit de koffer komen. Terwijl ons wasje lekker droogt, genieten wij van het zonnetje en het uitzicht en proosten op de verjaardag van onze dierbare vriendin Riri met een glas witte wijn en een wodka on the rocks. Life is good.

Ghost Town & Fu ‘an Temple Checheng

?Na het gedeeltelijk loslaten van de restricties rondom covid mag Taiwan weer los. Mondkapjes in het openbaar vervoer blijven verplicht. Dit geldt ook voor de perrons, stations en overige plekken waar OV is. Maar na drie jaar beperkingen mogen de Taiwanezen weer. Juist nu vieren ze 228 herdenkingsdag. Deze dag valt op een dinsdag. Veel, heel veel Taiwanezen maken hier een lang weekend van. Vier dagen zijn alle accomodaties vol geboekt. Zo vol dat anders redelijk geprijsde hotels etc de prijzen verhoogd hebben tot absurde bedragen. Een capsule of plek op een slaapzaal in een hostel levert de hoofdprijs op van 80 tot 120 euri! Ook hier heeft de horeca een inhaalslag/graai te maken. De kamer met uitzicht over zee is volledig volgeboekt dus kijken we uit naar iets anders en komen we uit op een plek in Checheng, veertig kilometer terug naar Kaohsiung. De kamer is schoon, steriel als een operatiekamer en de eigenaar van het hotel is zeer vriendelijk op het nederige af. En dat voor ‘slechts’ 80 euri.


Met de bus bereiken we deze nietszeggende plaats. Winkels en restaurants zijn vrijwel allemaal gesloten. Een enkeling houdt de negotie draaiende. Opvallend genoeg zijn deze neringhouders allemaal geconcentreerd rondom de Fu ‘an Tempel waar uitgerekend vandaag het grootste festival van Taiwan plaatsvindt. Op zoek naar lunchmogelijkheden stuiten we op een foodcourt. Veel kleurige mungbonensoep, vis, zeevruchten en andere ondefinieerbare etenswaren. We horen luide knallen veroorzaakt door vuurwerk. De kruitdampen waaieren uit boven de tempel. Eindelijk wat reuring in dit suffe stadje! Er zijn veel gezinnen op afgekomen. De foodcourt zit vol en de beheerders van de parkeerplaats doen goede zaken. Het valt op dat de automobielen zonder uitzondering in de hogere prijsklasse vallen. Hier geen KIA Picanto o.i.d. te bekennen. Lexus, Landrover etc voeren de boventoon. We betreden het tempelcomplex waar diverse gezelschappen, die met touring cars zijn gearriveerd, hun optreden verzorgen. Traditionele symbolen, stoere krijgers en dans gemengd met snoeiharde house, vlammende pijpen en andere special effects zorgen voor een kleurrijke spectaculaire middag. Vuurwerk en wierook bepalen de geuren.


De tempel zelf is ‘niet covid proof’ vol. Mondkapjes, die anders in pre covid tijden in Zuidoost-Azië, massaal werden gedragen zijn hier nauwelijks te bekennen. Waarschijnlijk biedt het geloof in de tempel voldoende bescherming.

Bij de lokale supermarkt kopen we een biertje. Mijn oog valt op een luxe verpakking Dalmore single malt whisky voor slechts 170 Taiwanese Dollar. Een buitenkansje, te mooi om waar te zijn. De bejaarde baas van deze toko is vergeten om op de prijssticker een nulletje erbij te zetten. Bier en pinda’s voor de borrel gaan het worden.


Het is voedertijd voor ons wilde dieren. Maar waar kunnen de beesten eten? Google zoekt op ‘restaurants near me’ maar dit levert slechts een resultaat op. Dus gaan de wilde dieren de verlaten straten op in de duistere avond. De wind is inmiddels behoorlijk aangewakkerd tot stormachtig niveau. Golfplaten daken rammelen en alles wat niet verankerd is waait door de straten. Ghost Town Checheng belooft een weinig romantisch diner. Een smoezelig restaurant met romantisch TL licht en tafels die nooit een sopdoekje hebben gezien is onze enige uitweg. Het kleine etablissement heeft veel clientèle, er is nog een tafeltje vrij maar deze eetgelegenheid is ons zelfs te ranzig. Noedelsoep, driekazen macaroni uit de magnetron en Snickers van de Seven Eleven convenience store bieden soelaas voor de wilde dieren. Het voedt en dat is op dit moment voldoende. Morgenochtend met de bus naar Eluanbi waar we twee nachten geboekt hebben bij B&B La Maison.

Kenting National Park

Kenting National Park

We pakken onze spullen in om naar de andere kamer te verhuizen. In onze ijver hebben we gisteren allebei flink wat kledingstukken gewassen en omdat het niet heel warm is, voelt alles nog klam. Niet handig maar gelukkig weet onze landlord een oplossing. ‘Laat de koffers maar staan. Als de nieuwe kamer klaar is, zet ik dezeerin en zorg ik dat het wasgoed ook in jullie kamer terecht komt als het droog is’, lezen we via google translate op haar telefoon. Heel fijn dit!


Ik vertrek met een opgetogen Simon en Eric naar de Mac Donalds (vandaar die halte Kenting Arch). Even 5 minuten wachten want dan wordt het ontbijtmenu vervangen door de lunchkaart. Niet te geloven dat deze kerels zo een plezier beleven aan deze bekende en smaakloze rood-gele consumptieketen met de clown. Toen Djadi nog klein was probeerdenwe deze keten zoveel mogelijk te mijden. Ik laat voorzichtig een bescheiden hamburger met koffie naar binnen glijden maar bij de jongens heerst geen enkele scrupule. Big Mac large met een halve liter cola en hashbrowns. Even denk ik aan de film Supersize me. Het ontbijt verdwijnt echter in rap tempo en zorgt voor gelukzalige blikken. Dat dan weer wel.


Naast de MD zit een verhuurbedrijf met scooters. In tegenstelling tot Thailand is in Taiwan een (internationaal)motorrijbewijs verplicht dus wij mogen alleen op de elektrische scooter en niet harder dan 25 km. Ik krijg een spoedcursus e-scooter rijden op de parkeerplaats omdat ik pas drie keer in mn even op een scooter heb gereden. Een kwartier later vertrekken we in colonne, behelmd engewapend met routekaart richting het meest zuidelijke puntje van Taiwan.


We tuffen door een mooie bosrijke omgeving en het verkeer is zeer goed te doen. We stoppen bij kleine strandjes en andere bezienswaardigheden. We nemen de afslag naar een haventje waar we lokale vissers en hun schepen goed bekijken. Dan scooteren we weer terug naar de hoofdweg richting de witte vuurtoren van Eluanbi waar veel te leren is over het VOC verleden van Taiwan, waar wij als Hollanders ook weer een koloniale rol innamen.


"Tayowan" was the name of the coastal sandbank where the Dutch erected their colonial headquarters on the island in the 17th century; the former name "Formosa" means "beautiful" in Portuguese.”


In het National Park zijn ook werken van een kunstenaar te bewonderen die mooie objecten met staalkabel maakt. Al met al een interessant uitstapje. We scooteren weer rustig terug naar onze accommodatie, nemen afscheid van Eric, even chillen op dat heerlijke strandjeen dan wat te eten zoeken.


Inmiddels is de wind flink aangetrokken en regent het ook weer. We zoeken onze heil in een chinees restaurant en klunen terug naar ons onderkomen. Even de poezies knuffelen en dan op naar een mooie nachtrust. Morgen gaan we vroeg naar Checheng waar we een tussenstop willen maken richting de oostkust. Hier hebben we nog een betaalbare accommodatie kunnen vinden van maar 72 euro en niets bijzonders.


Linda

Arches & Beaches

Kenting Township

We houden Kaohsiung voor gezien. Een gemoedelijk stadje met heel vriendelijke mensen alleen zijn wij ook erg nieuwsgierig naar het Zuiden. De temperatuur is daar aangenamer, er is strand en dat spreekt ons aan. Vooralsnog lopen we elke dag met spijkerbroeken, truien en een jas. We boeken een verblijf in Kenting Arch waar, zo zien we op de foto’s, ook katten wonen. We missen Morrison en Tony best wel. Hier in Taiwan lopen nauwelijks (zwerf)katten op straat. Mijn poezenhart schreeuwt om knuffelen met harige vriendjes.


We hebben de rit goed voorbereid. Eric gaat ook naar Kenting maar heeft een ander hostel geboekt. We staan al vroeg braaf op bus 9117 te wachten en als deze komt en we willen instappen, gebaart de chauffeur dat we er weer uit moeten. Wat dan? We hebben mondkapjes op en contant geld om mee te betalen. Nee, hij wil ons niet meenemen. Verbouwereerd stappen we weer uit en bedenken wat onze volgende stap is. Iets met een toeristenbusje op het busstation. We hebben geluk want als we de aanwijzingen van mijn Iphone opvolgen staan we voor de toeristenbus naar het zuiden en die vertrekt onmiddellijk. De bus is zeer ruim en we hebben een comfortabele reis van een uurtje of twee. Als we aankomen zien we waarom de halte Kenting Arch heet. Er zit een kleine Mac Donalds op de hoek. En geloof het of niet: ik zie strand!!!!!


We vinden ons onderkomen snel en inderdaad wonen er ook drie schattige poezen. We moeten ook hier weer onze schoenen uit en krijgen slippers aangeboden. Ook de mondkapjes moeten binnen de hele tijd op. Pffff en dat terwijl we net lezen dat corona in Europa officieel geen status meer heeft. We hebben hier maar een nacht geboekt en ook daar al weer spijt van want het is een heerlijke ruimte met uitzicht over de zee en een fijn balkon. De zon schijnt en dat is nog niet veel voorgekomen. Wat we nog niet weten is dat vanaf morgen veel Taiwanezen vier dagen vrij zijn. Op 28 februari sluiten ze deze bankholiday af met de herdenking van de 228 Memorial day. En wat betekent dat voor ons? Dat betekent dat alle betaalbare hotels volgeboekt zijn, net als de treinen, bussen en vluchtEn. De prijzen voor een overnachting die wij vinden beginnen bij 100 - 200 euro. Nu de strengste corona maatregelen zijn opgeheven magde Taiwanees weer reizen. En dat doen ze dus ook, liefstmet de hele familie en het mag een centje kosten. Een beetje zoals TET in Hanoi. Ja, daar zijn we mooi klaar mee.


Ons verdriet eten we weg bij een tentje met Europees voedsel. Pasta en witte wijn maken een boel goed. En voor morgen kunnen we gelukkig in hetzelfde hotel wel een andere kamer krijgen. Maar daarna zitten zij ook helemaal vol. We brengen de avond door op de nightmarket en kijken daarna sterren aan het strand bij een prachtige heldere hemel. Morgen moeten we echt werk maken van de overnachtingen de komende dagen. We denken erover om de Oostkust te ontdekken dus iets die richting op is handig. Maar eerst Kenting National Park verkennen per elektrische scooter.


Linda

The Tiger and The Dragon

Première voor de korte broek in Taiwan!!

Er is een meer in Kaohsiung. Zuoying Lotus Pond. Een soort Sloterplas maar dan wat groter. Vele malen groter. Een meer met Koi karpers, schildpadden, reigers, eenden, ganzen en eekhoorntjes in de bomen aan de waterkant.Maar het meer kent ook exotische dieren: The Tiger and The Dragon. Twee pagodes waar de entree een van polyester vervaardigde gigantische tijger en een dito draak is. De pagodes staan zo’n 40 meter verwijderd van de wallenkant en zijn vier verdiepingen hoog. De bek van de draak en de tijger hebben een spanwijdte van tweeënhalve meter. Als je de bek van de tijger ingaat en je komt uit de bek van de draak naar buiten brengt dat geluk en voorspoed. Gelukkig ben ik al maar eerder stoppen met werken en rentenieren is een aantrekkelijk vooruitzicht, uiteraard gepaard met een goede gezondheid.


De omgeving van het meer is een verademing met de binnenstad van Kaohsiung. Zo rustig, zo weinig mensen en sereen. Het zonnetje schijnt zonder te warm te zijn. Wat een verschil met het drukke, koude en gejaagde Taipei. Buiten de Tijger en de Draak pagodes zijn er nog meer van deze felgekleurde bezienswaardigheden te zien die niet zouden misstaan op bijvoorbeeld de Efteling, praalwagen tijdens carnaval. De felgekleurde sculpturen leveren prachtige plaatjes op. De wandeling rond het meer is lang en maakt dorstig. Gelukkig verkoopt de groenteman ook het lokale bier en gezeten aan de waterkant kunnen we er voor zorgen dat eventueel vochttekort wordt gecompenseerd. Onze stappenteller geeft ook aan dat we een behoorlijke wandeling hebben gemaakt, het energieniveau is laag en brandstof om bij te tanken zien we niet direct in de buurt. Google biedt uitkomst. Toets “sushi near me” in, houdt een taxi aan en voordat je het weet is het volgende biertje van Japanse origine.

De avond is kort, de vermoeidheid heeft toegeslagen. De geschubde huid van de draak begint los te laten en de tijger verliest de glans in het vacht. Nog even de night market op om wat te eten en morgen vroeg een twee uur durende busrit naar Kenting in het zuiden aan de kust.

Buckle up for safety!

Noord naar zuid in anderhalf uur per hogesnelheidstrein.


Genoeg Taipei voor ons. De miljoenenstad is te groot, te onpersoonlijk en te koud. Mensen zijn vriendelijk en behulpzaam daar schort het niet aan. Maar dit is een stad waar mensen uit geheel Taiwan naar toe gaan om geld te verdienen. Het zorgt voor een onpersoonlijke sfeer. De dame die wij eerder ontmoette tijdens onze eerste avond in Taipei vertelde ons dat de mensen in het zuiden warmer en persoonlijker zijn dan in Taipei.

Taiwan is ongeveer net zo groot als Nederland. Plusminus een kleine 400 km lang en 150 km breed.

Taipei in het noorden en Kaohsiung in het zuiden zijn verbonden met een hogesnelheidstrein. In iets meer dan anderhalf uur sta je in Zuoying, de zuidelijke terminal. Van daar uit overstappen op de metro en een kleine 20 minuten later bereik je Kaohsiung Central Park.


In de omgeving van dit park hebben we een accommodatie geboekt, het Wuhoo House. De kamer op de zesde verdieping is groot, steriel en industrial ingericht met een groot zacht bed. Bovendien is het centraal gelegen met het metrostation en de nightmarkets op loopafstand. En overdag kan de jas thuisblijven en mag de korte broek weer uit de bagage! Eric, de Catalaan die wij eerder ontmoetten in Taipei, heeft de hogesnelheidstrein net een half uur eerder genomen en staat ons op te wachten. Biertje drinken? Ja lekker maar dat kan op dit tijdstip in Taiwan alleen als je het biertje in de supermarkt of de convenience store haalt. Een echte kroeg/barcultuur kennen ze in Taiwan niet. Cafés met thee en koffie zijn er in overvloed.


Dus de Seven Eleven convenience store en het nabij gelegen Kaohsiung Central Park bieden uitkomst. Voorzien van een Taiwanees biertje nemen we plaats op een plek in het park waar twee jongemannen, een zang en de ander gitaar, de lokale hits ten gehore brengen. Bij het zien van drie buitenlanders blijkt dat hun repertoire ook Hotel California van The Eagles bestrijkt. In onze ogen een draak van een ballad dat veel te lang (6 minuut 32 seconden) duurt. We waarderen de geste en ondergaan deze kwelling uit hoffelijkheid. We gooien wat geld in de hoed en gaan vervolgens naar onze kamer om de reis af te spoelen en herboren en vernieuwd de nightmarket te bezoeken. Street Food en bier uit de Seven Eleven, zo komen we de avond wel door. Garnalen, gewokte schelpen, dim sum en biefstuk die gebakken wordt met een brander die ook gebruikt wordt door dakdekkers. Het is maar een kleine greep uit wat al deze stalletjes te bieden hebben. Gezeten op kleine plastic krukjes drink en eet je voor een gering bedrag aan Taiwanese dollars. Het is er druk en gezellig en we zijn een van de weinige westerse buitenlanders. Het is elf uur als de Taiwanese Klaas Vaak,??, ons zand in de ogen strooit.

Made in Taiwan

Als we uit ons hostel komen is er eindelijk weer beweegruimte en lucht. Geen echte frisse lucht want Taipei is natuurlijk gewoon een grote en chaotische stad met veel verkeer. Die frisse lucht hebben we gemist in het Plain Inn hostel. We lopen gelijk door naar the Old Door Hostel (http://old-door-hostel-bar.taipeihotelinfo.com/en/) waar we om 10.00 uur hebben afgesproken voor een bakkie met Eric die we gisterenavond hebben ontmoet. De koffie van the Old Door is heerlijk en de wonderbaarlijk goed engels sprekende eigenaresse weet ons een aantal tips te geven waar we vandaag ons geluk kunnen beproeven zodat we vannacht wellicht een beter onderkomen hebben.


Aan een tafeltje naast ons zit een heer die met een zilveren vierkante rolkoffer aankomt. Hij pakt daar een metalen doos uit en nieuwsgierig als ik ben, volg ik elke beweging. Het lijkt op een Taiwanees theeritueel. Eerst verschijnt er een koperkleurig theeketeltje met ongeveer de inhoud van een theemok. Een piepklein theepotje en een klein kommetje zijn de volgende attributen. Hij heeft ook twee zakjes waar denk ik de thee in zit. Hij gaat er nog eens goed voor zitten. Hij giet het hete water op de inhoud van de theezakjes in het theepotje en daarna schenkt hij het met op- en neergaande bewegingen in het kommetje. Inmiddels zijn we 15 minuten verder en Eric sluit aan voor een lekkere kop koffie. En de man geniet zichtbaar van zijn thee.


Dan is het tijd om op verkenning te gaan en de verkregen tips te checken voor onze broodnodige nachtrust vanavond. En ontbeten moet er natuurlijk ook worden. Bij een tentje waar veel locals zitten wijzen we iets aan en dat staat een paar minuten later op onze tafel. Vier soorten groente, rijst met een soort dikke uiensaus en wat dun gesneden vlees. Niet slecht.


We kiezen voor Star Hostel (https://www.starhostel.com.tw). Wij zijn dat hostel leven niet echt gewend en een kamertje met een eigen deur is welkom, dus let op: geen slaapzaal en dat kost hier gewoon ook nog 75 euries. Net zo makkelijk. En zelf nog even je vieze handdoeken in de daarvoor bestemde kar werpen! Ik troost me met de gedachten dat je in Amsterdam ook niet voor minder op een privé kamer terecht komt. Het is iig een fijne, schone kamer met raam en een douche die je ouderwets het vel van de botten spuit. En nog een pluspunt: het ontbijt is erbij inbegrepen.


We brengen onze tassen naar het nieuwe onderkomen en ontmoeten daar Alicia. Nederlandse die al een jaar onderweg is. We hebben gelijk een klik. Vanavond gaan we samen de nightmarket bezoeken waar zelfs kraampjes staan met een Michelin ster!! Nu eerst wandelen. Het is bewolkt en best koud. We gaan naar Taipei 101 Tower en daar schijnt ook een lekker dimsum restaurant te zitten. Alicia wijst ons nog op de Elephant mountain vanwaar er een mooi uitzicht is over Taipei.


Oudere Taiwanezen spreken over het algemeen alleen Chinees en helaas is hun Engels vaak matig. Het beste is heel jonge mensen te benaderen want zij spreken vaak wel wat Engels. Dit maakt het wel ingewikkeld om achter leuke lokale tips te komen. Inmiddels is het ook gaan spetteren. We slenteren door de stad en wat vooral opvalt is dat iedereen heel behulpzaam is. Zodra je over een stadskaart gebogen staat, komt er gelijk iemand naar je toe om te helpen, met of zonder gebruik van google translate. Echt heel gaaf. We houden de Elephant mountain voor gezien want dat betekent nog 18 minuten steile klim in de regen en daar hebben we geen puf meer voor. De 10.000 stappen zijn al ruimschoots gehaald en vanavond lopen we ook nog naar de nightmarket.

Linda


In en uit de kast komen in Taipei

Dagen van staren naar de Golf van Thailand, het geluid van de wind op het strand en even niets anders dan niets doen, kortom, R&R, rest and relaxation. Maar het jeukt, reizen en vakantie zijn toch twee verschillende dingen. De volgende stap moet worden gemaakt. Nu we toch in de buurt van Taiwan zijn en het land slechts kennen van Made in Taiwan en de slechte verstandhouding met de Volksrepubliek China besluiten we vanuit het zuiden van Thailand, Chumphon via Bangkok naar Taipei te vliegen. Terra Incognito om te ontdekken, de gebaande paden van Thailand zijn inmiddels routine geworden om te bewandelen. Even wat sambal in onze reis!


De wekker gaat vroeg, instantkoffie met banaan als ontbijt en er voor zorgen dat we ons hele hebben en houwen weer in de handbagage wringen. Het taxi-busje dat ons komt halen is in onze ogen aan de late kant. Onze Thaise overbuurvrouw, die goed Engels spreekt vertelt ons dat het busje op verschillende adressen mensen oppikt voor Chumpong airport. Ze heeft dit ook meerdere malen gedaan en nog nooit een vlucht gemist. Chumpong Airport stelt ook niet zo veel voor met twee vluchten per dag vanuit Bangkok en twee vluchten die ook passagiers van Chumphon naar Bangkok brengen. Aankomst is op DMK (Don Mueang Airport), de oude luchthaven die nu voornamelijk voor binnenlandse vluchten wordt gebruikt. Wij moeten vanaf deze luchthaven de shuttlebus nemen naar BKK (Suvarnabhumi Airport), de internationale luchthaven voor onze vlucht naar Taipei. We zijn ruimschoots op tijd voor de check in en mogen onze handbagage met ruimschoots twee kilo overgewicht gelukkig meenemen. Maar dan de rijen bij de paspoortcontrole en de securitycheck, het wordt een uitdaging. Met name de securitycheck is waar we als een forens op de A10 op een herfstige ochtendrit door heen kruipen. Als mijn handbagage, schoenen en andere artikelen door de X-Ray machine gaan, vestig ik een nieuw baanrecord.


Dan komt Linda de pits uit rollen op gebruikte soft banden. Maar de kwalificatie wordt direct door een marshall stilgelegd. Rode vlag en safety-car op de baan! Na grondig onderzoek, er is geen item dat de marshall onberoerd laat, komt het verboden onderdeel tevoorschijn. Het onderdeel heeft inmiddels meer vlieguren dan een trekvogel van 20 jaar en heeft diverse malen ongeschonden de finish gehaald maar hier moet er afscheid genomen worden. Dag blauw schilmesje, gebruikt voor fruit, deze security dame ziet dit kennelijk als een samoeraizwaard en mogelijk te gebruiken om een toestel te kapen en vervolgens de Taipei 101 Tower in te jagen.


Uiteindelijk bereiken we onze vlucht naar Taipei op tijd. Dutje doen en een bakje noedels eten doodt de tijd tijdens de vlucht van ongeveer drieënhalf uur. Het tijdsverschil is een uur met Bangkok als we rond negen uur ‘s avonds aankomen op Taipei. Vanaf de luchthaven duurt het een halfuur met de metro tot we bij Taipei Main Station komen. Van daar uit nog tien minuten lopen naar ons nieuwe onderkomen in Taiwan, The Plain Inn.


The Plain Inn, centraal gelegen en vlakbij het Centraal Station van Taipei, is inderdaad wat het bijvoeglijk naamwoord zegt. We maken kennis met de Taiwanese gewoonte om binnenshuis slippers te dragen. We laten onze schoenen bij de ingang staan en bestijgen de trappen naar onze kamer. Walk in wardrobe is een beter woord. Het is in twee verdiepingen opgebouwd, beneden een bed en boven op de planken een tweepersoons matras dat te bereiken is via een trapje die je op een onderzeeër bij de periscoopruimte tegenkomt. De ideale ruimte voor drie masochisten met claustrofobie. Wat zullen die aan hun trekken komen. Gelukkig heeft deze kast wel een raam. Gelegen aan de Wibautstraat van Taipei is deze avenue tegen de tijd dat wij gaan slapen zeer rustig. En dat voor slechts 45 EUR per nacht! Ik besluit om het stof van de reis af te spoelen in de gemeenschappelijke douche. Maar waar zijn de handdoeken? Ik zoek in de linnenkamer maar er is nergens een opgevouwen en gewassen handdoek te vinden. Uiteindelijk kom ik twee handdoeken tegen. Met reukvermogen kies ik de schoonste uit. Ja, ik heb er een neus voor!


Buiten is het rond de twaalf graden. Twee percelen verderop in de straat is The Old Door, een hostel met een bescheiden terras en bier uit de tap. De straten van deze miljoenenstad zijn uitgestorven. Half elf staat ons eerste Taiwanese biertje op onze tafel. Een oudere dame uit Taipei heeft ons dan al een mandarijn aangeboden, een voormalig Taiwanese TU Delft student haar donuts bij gebrek aan eten en de dame van het hostel heeft ons uitgebreide adviezen gegeven wat interessant is om in Taipei te doen. Deze vriendelijkheid en behulpzaamheid zullen we tijdens ons verblijf in Taiwan dagelijks meemaken. Gevraagd en ongevraagd.