Koh Samet wat ben je mooi

Koh Samed, Ko Samet wat ben je mooi

Een klein eilandje op een drie uur rijden van Bangkok. De eerste keer zijn we hier met Djadi geweest in 1998. Destijds werden we zowel ‘s nachts als overdag lek gestoken door de vele muggen die dit eiland rijk is. Omdat we geen malariapillen namen zijn we na twee dagen vertrokken. Te groot risico op eventueel malaria. Nu vele jaren later zijn er nog steeds veel muggen maar het vochtige seizoen is nog niet aangebroken: het valt dus nog mee.


Na een hobbelige rit met een songthaew dwars over het eiland worden we afgezet op een hoek van de doorgaande weg. Het is een zijpad dat rechtstreeks de jungle in lijkt te gaan. ‘Jeetje Siem, er staat wel een bordje Bell House maar het was toch in de buurt van het strand? De twee bordeaux rode koffertjes achter ons aansleurend over wortels van giga bomen en andere (val)kuilen zien we wat bungalowtjes. Iedereen ligt te slapen. Middagdutjes. Een jongeman schrikt wakker en kijkt verwilderd om zich heen. Ah, falang (witte mensen) you book room? Wij in koor: yesssss.’


We nemen onze intrek in the Bell house. Keurige bungalows met mega bedden, een zitje met tropische voortuin, gedecoreerd met schelpen die ik graag en allemaal mee had willen nemen. Er lopen ook katten rond dus voldoende vermaak. We zijn aan de laatste week van onze sabbatical gekomen. Na beraad is het volgende besloten: geen zin meer om te vliegen omdat er altijd wel een reden is (lithium batterij, schilmesje, aanstekers, plastic schaartje) om die hele koffer om te keren onder de afkeurende blik van de beambte. Dus taxi vanaf Don Mueang, ferry naar koh Samed en nu lekker chillen en genieten van het weer en alle natuurlijke schoonheid die dit eiland ons biedt.


Als we het pad aflopen naar beneden worden we niet teleurgesteld, het strand! Met allemaal gezellige strandtentjes, stoeljes en tafeltjes op het zand, kortom dat alles waarom ik het eilandleven van Thailand zo tof vind. En Thais eten natuurlijk, by far de beste keuken van Azie. Het doet ook een beetje denken aan Koh Chang, het grotere eiland verderop en favoriet van mijn pap en mam, dat nu door voornamelijk Russisch toerisme is overgenomen, zie ook het verhaal van 2018.


We gebruiken onze laatste dagen om lekker te luieren. Eten, drinken, frisbee werpen, goede gesprekken en dito voornemens tijdens lange strandwandelingen hoe we dingen thuis anders willen doen.


Natuurlijk geven wij ook graag een goed voorbeeld want elke dag komen we met 1-2 zakken zwerfvuil terug. En ja hoor, na een dag of 3 zie ik zowaar iemand van een ander hotel ook zwerfvuil ruimen. En de volgende dag zelfs iemand van de bewaking die mee opruimt. Hoe tof is dat!

De verveling slaat toe

De verveling slaat toe, het einde in zicht


We zijn inmiddels bij alle leuke restaurants geweest. Heb me verwend met twee prosecco’s om op Sapho’s verjaardag te proosten bij zonsondergang. We hebben alle winkeltjes met toeristentroep consequent genegeerd en de meeste uitbaters kennen ons nu wel bij de voornaam. Overdag is het te warm op het strand en het witte zand doet gewoon pijn aan je ogen. De verveling slaat vooral bij mij toe. We overleggen wat we met de resterende dagen in de Filipijnen willen. En dat is zeker niet nog 9 dagen op Boracay, hoe tropisch het ook is. We besluiten om onze tickets van Caticlan (Boracay) naar Manila te laten schieten (120 euries) en kiezen er voor om toch naar Malapascua (Cebu) vooral bekend om de tresher shark te gaan. We boeken onze vervangende tickets naar Mactan Island international airport. Vanaf daar vliegen we dan naar Manila voor de grote sprong terug naar Bangkok op 21 maart. Alleen nog een taxi regelen die ons naar Malapascua brengt. Na overleg met Carina via whatsapp en haar vriend Michiel die op Cebu woont besluiten we om dat ter plaatse te regelen.


Nu we de knoop hebben doorgehakt, resten ons nog twee dagen Boracay: het wordt tijd om te duiken. Als PADI Open Water Diver hoor je 24 uur rust te nemen voor je gaat vliegen. Dit ivm eventuele nare bijwerkingen qua stikstof in je lichaam. We melden ons bij New Wave divers en we spreken af dat we morgenmiddag 14.00 uur een duik maken bij Fridays Rock. Een mooie duikplek met veel zacht koraal. Niet te diep, 16 - 18 meter, en veel vis. Helemaal goed. Zin in.


We wandelen naar ons inmiddels favoriete Diniwid beach. Daar hebben we eerder al een heerlijke middag doorgebracht. Zij hebben frietjes met verse bearnaise saus op het menu staan! En die alleen al zijn zeker 4 km enkele reis te voet meer dan waard. We passeren Willy’s Rock met het beeld van Maria en in gedachten zie ik de beeltenis van mijn allerliefste mama Willy. We lachen om de Filipijnse jochies die met de doorzichtige toeristenbootjes spelen. Op de achtergrond drie forse Europeanen met een flinke welvaartsbuik die net uit het water komen. Wat een contrast, vul zelf maar in wat.


Bij Diniwid beach restaurant is het goed toeven. Lekker windje, veel palmbomen, dus ook schaduw, weinig toeristen, lekker eten en de glazen worden continue bijgevuld met met fruit aangemaakt water en ijsblokken. We luieren er lekker op los. Op deze paradijselijke en afgelegen plek staat notabene een ATM voor diegene die de rekening niet in contanten kan betalen. Aan creditcards doen ze hier niet.


We klunen via de achterzijde naar de weg. Wat een misser, want over het strand is alles gelijkvloers maar wij moeten de berg van Mozes op en weer af door de sloppenwijken van Boracay. Ai jai jai, dat valt niet mee met 30 graden en windstil. Mozes kwam in ieder geval niet terug met lege handen; hij kwam met de Tien Geboden. We krijgen nog een lift aangeboden en wij als professionals weten dat die niet gratis is. Vastberaden klunen wij door tot we de Robinson supermarkt bereiken. Snel de koelte in. We kopen fruit en yogurt, amandelen, rode wijn en KAAS (of iets wat daar voor doorgaat). Buiten gekomen staat er iemand de vloer te dweilen. Ik zie het niet en hoppa daar lig ik weer op mijn knietjes languit op de vloer. Het zal jantje de boer....... Nou ja ook hier vul maar aan. Gelukkig valt het mee maar dat voetje krijgt weer een optater. Als ik daar bij het duiken maar geen last van heb.


Linda

Boracay anno 2023

Dus 23 jaar geleden waren we ook op Boracay, zie ook Simon’s verhaal. Destijds met onze 6-jarige dochter stortten we ons in een onbekend avontuur. Gewapend met de Lonely Planet, een pak travellercheques en de sappige verhalen van twee Franse medepassagiers die we tijdens onze eerste vlucht naar Thailand met Djadi hebben ontmoet. De tijd heeft ook hier natuurlijk niet stil gestaan. Positief is dat het nog steeds een prachtig bounty eiland is met waanzinnige stranden en zonsondergangen. Precies wat we nu nodig hebben.


Vandaag maken we een wandeling over het eiland. Het eiland Boracay is niet heel groot, denk aan Vlieland, dus te voet kom je een heel eind. Bulabag is de kant waar veel wind staat en dus uitermate geschikt voor Kitesurfen en dat doen ze daar dan ook in grote getalen. Het strand is niet zo mooi als white beach maar het is er ook gelijk een stuk minder toeristisch. Wel herken ik de ‘ons kent ons’ cultuur die onder duikers ook een beetje heerst. Als je niet deelneemt aan dezelfde activiteiten kun je al snel het gevoel krijgen dat contact te leggen met andere reizigers lastig is.


Op de terugweg belanden we bij een piep klein Italiaans restaurantje van Mr. D. met 4 tafeltjes. In de plantenbakken verschijnen de eerste blaadjes van de zelf gezaaide basilicum uit de aarde. De spaghetti Vongole, salade Caprese en calamari fritti glijden er met gemak in vergezeld van een koud biertje. Na Taiwan is dit wel even heeeeeeel erg lekker. Als we weer richting onze hotel, Sulu plaza, wandelen stoppen we bij een supermarkt. Na grondig onderzoek blijkt hier alles velen malen goedkoper dan aan het strand. We slepen de boodschappen (2 flessen Antonov wodka en koffie) mee vertellen de allervriendelijkste dames dat we over twee dagen terug zijn voor nieuwe voorraad. We delen 0,75 cl per dag vertellen we ernstig. Ongelovig staren ze ons aan en wij beginnen te lachen. “Haha zegt ze, you are such a lovely couple.”


Aangekomen in ons hotel tikt de klok borreltijd aan en na een wodka ijs/jus vertrekken we gewapend met frisbee om in de zonsondergang te ring werpen. Roken en drinken is verboden op het strand dus dat doen we op ons terras. Inmiddels is het al weer rustiger op het strand op wat met selfiesticks gewapende Koreanen na. Dit moment van de dag wordt gebruikt om naar de zon te zeilen met de originele vissersschepen, de prauw. Daar wordt een fotoshoot geregeld met ondergaande zon. Het half uur wordt gebruikt om de meest fantastische plaatjes voor Insta, Tiktok en FB te schieten. Soms zelfs met een professionele fotograaf! Dan komen de meestal Koreaantjes weer aan land en schieten gauw hun hotel in om de plaatjes te posten en zo hun welvaart te tonen en afgunst van volgers te wekken.


Gisteren hebben we ons lekker laten masseren en dat gaan we vanavond weer doen. Ook iets wat in Taiwan lastig was. Alleen vrouwen worden door vrouwen gemasseerd en hoe dat bij mannen zit, zijn we helaas nooit achter gekomen door de taalbarriere. Afijn, deze dames doen het heel goed en geheel ontspannen klimmen we de stenen trap op naar ons huisje.




Terug in de tijd. Boracay 1999

Onze eerste landing op Boracay Beach. Het is 1999, onze dochter is bijna zes jaar. Niet D-day maar B-day. Operation Overlord. Geen Juno, Gold, Sword, Utah en Omaha Beach maar Boat Station 1,2 en 3. De diverse Boat Stations zijn ook een indicatie in prijs qua accomodaties, kwaliteit van strand en het aanbod van restaurants. Boat Station 1, is de duurste gevolgd door Boat Station 2 en 3. Met ons bescheiden budget komen wij terecht in 3. Maar daar is geen behoorlijk onderkomen meer te verkrijgen. Uiteindelijk vinden Jozef en Maria en het kindeke Djadi onderdak bij Boat Station 1 in een hotel van $100 per nacht! Zo bont hebben wij het nog nooit gemaakt als backpacker. Een warmwater douche en airco behoren tot de faciliteiten. Maar ‘s nachts valt de stroom uit en zijn deze faciliteiten niet beschikbaar.


De volgende dag kunnen we wel ergens terecht voor een nette prijs. We besluiten om hier een aantal dagen te verblijven. De hut is schoon, heeft een ventilator, een veranda en een voetenbadje bij het trapje met bloemetjes in het water. Dan tijdens een nacht valt plots de ventilator uit. Alle verlichting van de accommodatie is ook uitgevallen en het is aardedonker. Ik ervaar een verstikkend, beklemmend en letterlijk adembenemend gevoel, de warme ingeademde lucht, de hoge luchtvochtigheid, de absolute stilte en geen hand voor ogen zien. De handen van de donkere cycloop grijpen mijn nek. Het maakt het moeilijk om me te oriënteren ondanks de meegenomen zaklantaarn. In het schijnsel van het licht ontwaar ik een medewerker van het resort. ‘Black-out, sir?’ ‘No sir, brown-out, no more electric city’. Pas jaren later (dankjewel Jorit!), 2023, weet ik wat het verschil is tussen black en brown. Een brown-out is een bewuste afsluiting van de elektriciteit om andere gebieden te ontlasten. Ik vermoed dat het luxere Boat Station 1 op dat moment wel elektriciteit heeft.


Elke avond tijdens zonsondergang is een grote trek van wat hier heet Fruit Bats of Flying Dogs. Ze vliegen hoog, verlicht door de laatste stralen van de ondergaande zon, van Boracay naar Panay om daar de nacht door te brengen. Deze trek van honderden vleermuizen met het formaat van een uit de kluiten gewassen zeemeeuw ls een fascinerend fenomeen. En dit is geschreven door iemand met een vleermuizenfobie.


We zitten in een kroeg aan de bar met een biertje. Djadi vermaakt zich zoals altijd met potloden en schetsboek. Ze zit rustig te tekenen aan haar eigen tafeltje. Ze is op reis altijd heel makkelijk en amuseert zich overal. Zo ook in deze kroeg waar ze in haar schetsboek kleurt. Dan uit het niets een brul. Ik zie een man met haar schetsboek in zijn hand. Hij scheurt er een bladzijde uit. Ik zie de tranen in Djadi’s ogen. De zekering die de rustige Simon reguleert springt op nul. Adrenaline hoopt zich op en Alarmfase 1 en GRIP 5 realiseren zich in een milliseconde. In nog geen 15 seconden ben ik op de man afgestormd, een hoek op zijn gezicht verkocht, onbewust zijn gouden ketting vernield en hem verteld om weg te blijven van mijn dochter. Twee man security van de kroeg komen na deze aanvaring, die ze hebben zien gebeuren maar niet op kunnen anticiperen toegesneld. Linda vangt Djadi op en ik word even apart genomen door een van de beveiligers. Hij verstrekt informatie over de schetsboekscheurder. De man, een dronken Oostenrijker, is iemand die hier permanent woont. De man heeft geld en een louche criminele achtergrond. ‘Such a person can pay people to come after you’ vertelt hij. Ondertussen staat de Oostenrijker te schreeuwen dat ik opdraai voor de kosten van zijn gebroken gouden ketting en dat ik hier niet mee weg kom.


De volgende dag verlaten we Boracay. We nemen het vliegtuig van Caticlan naar Manila. Het is een piepklein vliegveld waar kippen en koeien op de landingsbaan struinen. Er is geen vertrekhal en we nemen plaats op een paar plastic stoeltjes onder een parasol. Dan loeit een alarm en de platformmedewerkers jagen het vee van de landingsbaan. Een tweemotorige turboprop bovendekker landt en vanuit het cockpitraampje hangt een man gestoken in Hawaï shirt die een sigaret opsteekt en naar ons wuift ten teken van boarding call. Het toestel een Bombardier, die ongetwijfeld in haar jeugd fris en fruitig was biedt plaats aan zo’n twintig personen. Het zijn ongeveer slechts 10 personen die gebruik maken van deze lijndienst. De ruime stoelen staan gezellig twee om twee tegenover elkaar opgesteld. Tijdens de vlucht druppelt de air conditioning verfrissend op de stoelen en de passagiers. Ondertussen vermaakt de enige stewardess ons met een quiz waar mee prijzen te winnen valt. Het zijn lastige vragen zoals welke passagier kan als eerste de boarding pass laten zien. Een rolletje imitatie Mentos is onze beloning. Veilig landen we in Manila. Boracay zullen we komende decennia vermijden. De premiejagers weten het. Sinds 1999 staat er een prijs op mijn hoofd.



De zon in de Suluzee zien zakken


Hualien TW naar Boracay PH


Het is zondagochtend erg vroeg als we met onze koffertjes rollend achter ons aan door de verlaten straten van Hualien lopen. Het station is op tien wandelminuten van ons hotel verwijderd. De missie vandaag is om de zon in de Suluzee te zien zakken. Het traject is Hualien, Taipei Main Station, Taoyuan Airport (TPE), Godefredo P. Ramos Airport (MPH), Caticlan Jetty Port, Boracay Jetty Port en Boracay Station 3. De volgende vervoersmiddelen om dit te bereiken zijn trein, metro, vliegtuig, minibus, ferry en minibus. Het is een strak schema maar als we in het vliegtuig zitten dan is het meest kritieke punt achter de rug. Treinen en metro’s in Taiwan rijden als een Zwitsers uurwerk. Dat hebben we tijdens ons verblijf op het voormalige eiland Formosa al gemerkt. De NS en het GVB kunnen hier gerust een stage volgen. Al was het alleen maar om van de netheid van de stations en de hygiëne van de openbare (gratis) toiletten te leren.


Om het nog maar eens te benoemen, de hoffelijkheid en behulpzaamheid van de Taiwanezen is hartverwarmend. En een ieder die je spreekt wil weten waar je vandaan komt. Met enige schroom vanwege het Nederlandse koloniale verleden in Taiwan is het antwoord toch altijd keurig Netherlands. De vraagsteller is vaak zeer aangenaam verrast en vereerd dat wij Taiwan bezoeken. Google zal hen later vertellen waar Netherlands überhaupt ligt. Kon je vroeger in het buitenland nog de namen van Cruijff en Gullit laten vallen om nog enigszins duiding te geven aan je land van herkomst. Dat gaat hier niet op, honkbal is hier de sport.

Maar dit terzijde, ik dwaal af. Terug naar het traject van de ondergaande zon in de Suluzee.


Onze reis verloopt dankzij het openbaar vervoer in Taiwan en de zorgvuldige planning van de tour operator,reisleider (Linda) vlekkeloos. Onze vlucht vertrekt op tijd van TPE en komt op tijd aan op Panay Island Phillippijnen. Even onze QR code van de E-visa laten scannen, paspoortcontrole en de terminal van MPH verlaten. Nu nog vervoer naar de Caticlan Jetty Port, dan de ferry naar de Boracay Jetty Port en vervolgens vervoer naar onze accommodatie. Er is een bedrijf op de zeer bescheiden luchthaven dat zoiets tot aan de deur van je hut voor je regelt. Voor EUR 17,50 pp krijg je een sticker met je verblijf op Boracay opgeplakt. Een A-C Toyota busje brengt je naar de haven, kruiers brengen je bagage naar de ferry. Aan de overzijde staan weer behulpzame kruiers klaar en laden je bagage in een elektrische trike, het lokale taxivervoer van elk Filipijns eiland. Het laatste stukje moeten we lopen maar de bagage wordt voor de deur van Sulu Plaza afgeleverd. Na het stallen van de bagage bij de Seven Eleven, twee San Miguel Light ook wel SML genoemd, kopen.

Met de koude SML in de hand zakt de vuurrode zon sissend in de Suluzee op haar weg naar het westen.








Bridge over troubled water

Hualien en de Taroko kloof


Vanuit Taitung is het maar een klein stukje naar Hualien. Reizen met de High Speed Train is snel en efficient. Het landschap bestaat uit pittoreske kustplaatsjes die voorbij razen. Steeds als ik iets moois zie, is het ook weer weg. De trein rijdt op sommige trajecten met een snelheid van 110 km en dat is best snel. De afstand tussen Taitung en Huwalien is zo’n 185 km en we doen er ruim twee uur over. We kiezen voor het stadje Hualien omdat daar een van de mooiste plekken van Taiwan is: de Taroko Gorge. Dit nationaal park is een van de negen die het land rijk is. Het bestaat uit een 19 km lange canyon aan de Oostkust van Taiwan. Ideaal voor een stevige wandeling. We komen bij waar we een nachtje hebben geboekt. Beetje uit het centrum maar we krijgen een mooie kamer met balkon voor TWD 600. We wandelen door het stadje naar de night market waar ook een bandje speelt en karaoke is. Altijd leuk voor wat vertier. De volgende dag kost onze kamer opeens 1600 TWD. Valt dat even tegen. Weekendtarief zegt ze. We besluiten om te blijven en van de heerlijke bedden te genieten. Ook belangrijk. We onderzoeken op heft station de mogelijkheden om naar de Taroko Gorge te gaan.


We kiezen voor de Taroko shuttlebus. Op het station aangekomen worden we direct benaderd door een chauffeur die goed Engels spreekt. Of we met zijn taxi een tour willen. Ik kijk op het bord naar de vertrektijd van de bus. 09.20 uur dus 5 minuten om te beslissen. TWD 2000 is een flink bedrag maar als je de kosten voor de bus samen TWD 500 en het comfort meetelt is de keuze toch snel gemaakt. Jason wordt onze chauffeur en tourbegeleider. Een man naar mijn hart: “vier uur Taroko is genoeg tijd om alle highlights te zien voordat je een ‘ marble fatique’ oploopt, weet hij.”


We beginnen bij de Shakadang trail. Een voetpad dat een paar kilometer lands de kliffen voert met schitterende uitzichten op watervallen en riviertjes. Onze chauffeur Jason weet te vertellen dat ze hier, voordat het een nationaal park werd, als kind gewoon gingen zwemmen en klooien.


Daarna rijden we naar de Tunnel of Nine Turns. Als je door deze uit steen gehouwen tunnel loopt heb je elke keer een ander uitzicht op de naar de hemel reizende kliffen, snelstromende rivieren en vegetatie. Heel verrassend om hier te wandelen. Net als de Swallow Grotto alleen is het daar binnen erg donker. We moeten ook een helm dragen voor eventueel loskomende stukken rots.


We zien twee trails hoog in de bergen die alleen bereikbaar zijn voor geoefende klimmers en daar ook fors voor betaald hebben. Met mijn hoogtevrees is het sowieso een no go.


Eternal spring shrine is een pagode die is gebouwd in 1958 en waar watervallen zijn rondom de tempel. Daar bekijken we ook de 3e generatie brug die al drie keer is weggespoeld. Het is allemaal veel, veel rots ook. Gelukkig vinden we tussen al dit natuurschoon ook nog een paar levende wezentjes. Twee prachtige vlinders die een dans doen in de roze bloesemboom waar Japan en ook Taiwan zo trots op en bekend om zijn.


Lees hier meer over de Taroko Gorge

https://en.m.wikipedia.org/wiki/Taroko_National_Park


Jason zet ons af bij een fantastisch aangeschreven Japans restaurant. Als we uit gegeten zijn, wandelen we naar de Amir BnB waar we mogen inchecken (16.00!!!). Dit is echt heel onhandig in Taiwan, je moet er soms al om 10.00 uur uit en dan kan je pas om 16.00 uur in je volgende hotel inchecken. Dan zit je met tassen die je moet opslaan dus zo een dag is eigenlijk een beetje verloren. We wandelen door Hualien en zien een bedrijfje dat noodles maakt voor de omliggende restaurants. Werkelijk fascinerend hoe dit nog handmatig wordt gedaan. We mogen een kijkje binnen nemen. Vrolijke kerels die de machines beheren en een jongedame die nestjes noodels afweegt en de verkoop ondertussen regelt (zonder haar handen te wassen).


Morgenvroeg 7.27 uur vertrekken we met de trein naar Tapei en komt ons avontuur in Taiwan tot een einde. Om 13.45 uur vliegen we door naar Boracay en vanaf het vliegveld hebben we een transfer naar het eiland. Met een beetje mazzel zitten we met zonsondergang met een biertje in de hand op het strand.


Linda

A touch of Bob Ross

A touch of Bob Ross

Waar zullen we nu weer eens het ontbijt vandaan halen? Het zijn gelukkig eenvoudige vraagstukken waar we ons vanochtend mee bezighouden. Mijn voet voelt al veel beter maar ik wil deze toch nog een beetje ontzien. Gemiddeld zijn wij toch goed voor zo een 10.000 stappen per dag.


We ontbijten bij een klein tentje lang de weg die naar het strand voert. Er zitten al een paar mensen dus dan zal het wel goed zijn. In ons beste Chinees en met handen en voeten leggen we uit dat we iets willen zonder vis of vlees. Ei mag wel. Ik maak het pok, pok, pok geluid en houd mijn hand onder mijn kruis alsof ik een ei opvang. Ja, ja, mijn Chinees wordt met de dag beter. Kokkie verdwijnt en we horen geluiden van rammelende pannen en potten en als snel vliegen de smaakmakende geuren uit het kleine keukentje. De heren die achter ons hebben plaats genomen zijn beide al begonnen aan een fles sterke drank (10.00 uur) met een fles water. Ze kauwen op kleine visjes en spugen de graten uit op tafel. Apart volk. Als 10 minuten later kokkie weer uit haar mini keukentje komt met een dampend bord gebakken rijst maakt mijn maag een sprongetje van geluk. Op tafel staat zelfgemaakte sambal en nog iets ondefinieerbaars in een houdertje. Ik denk dat dit setje z’n laatste sopdoekje in 1980 heeft gezien toen het etablissement geopend werd.


Aan het strand dat een paar minuten verder wandelen is, zien we de golven tegen de kustlijn beuken. We begrijpen wel waarom er niemand zwemt of op het strand een zonnetje ligt te pakken. De witte schuimkoppen slaan stuk op een massa stenen sculpturen die daar achteloos lijken te zijn neergekwakt. Ik bouw een steenmannetje voor mijn moeder en eentje voor Boris. Het is een ruige maar ook mooi plek met uitzicht op het Green Island. Daar wilden wij ook graag heen maar de wind en de golven houden de ferry’s in de haven.


We huren vandaag een fiets om het pad dat helemaal langs de kust loopt en dwars door het Forest Park van Taitung voert te onderzoeken. Het weer is ons ook gunstig gezind. Gewapend met een routekaart rijden we door de prachtige en kleurrijke omgeving. Het park is schilderachtig mooi. Het lijkt wel of Bob Ross hier al z’n inspiratie vandaan heeft gehaald. A touch of Van Dijcks Brown and look at this little fellow komen we hier overal tegen. Er is ook een Hibiscus garden met wel 50 verschillende soorten en door het hele park zijn kunstwerken van gevlochten riet en bamboe. Onderweg komen we ook veel jonge mensen tegen die op een tandem fietsen met naar wat ik denk en vader/moeder/opa/oma (want dat is moeilijk in te schatten) achterop. Vrolijk roepen we Nin Hao en wuiven naar de voorbijgangers. De omgeving doet aan als een Japans tafereel. Heldere meertjes met het heiige berglandschap erachter en kleine bruggetjes, de prachtige kleurrijke struiken en bloemen. Het gebrek aan toeristen behalve twee nederlanders die wij tegenkwamen en ook een fiets huren. Het is een weldaad om hier rond te fietsen en alle beelden op te slaan.


Een heerlijke dag en als we de fietsen terugbrengen zijn we het daar roerend met elkaar over eens. Morgen vertrekken we naar Hualien om de wereldberoemde Taroko Gorge te bewonderen.


Linda

STAPbudget & misSTAP

STAPbudget en de misSTAP


We vertrekken vanaf Eluanbi, het meest zuidelijke puntje van Taiwan, in een shared taxi naar Fangliao waar het treinstation is om de oostkant van het eiland te bereizen. De drukte ontstaan door de feestdagen valt nu mee en we kunnen bij aankomst vrijwel gelijk op de trein om in ruim 2 uur naar Taitung te reizen. Aldaar is al voor twee nachten een onderkomen gereserveerd. We stoppen bij allerlei leuke townships onderweg waar ik natuurlijk ook graag naartoe had gewild. Uitgestrekte stranden links en bergen rechts vliegen voorbij. Alleen is ook dit gedeelte ongetwijfeld makkelijker te bereizen met eigen vervoer en liefst met een gids of tolk. Weinig mensen beheersen de Engelse taal dusdanig waardoor een gesprek voerenlastig is. Ook hier is google translate onze beste vriend.


We komen rond 13.00 uur aan in Taitung en daar willen we met de lokale bus naar onze accomodatie. Het is een belangrijke dag vandaag want om 10.00 uur Nederlandse tijd en bij ons dus om 17.00 uur wil ik het STAP budget aanvragen voor mijn koksopleiding. Djadi zit dan ook klaar om mij te helpen. Als er een grote bus aankomt wil ik daar snel heen om te checkenof die in de buurt van ons onderkomen komt. De stoep is hoog en ik heb het niet gezien in mijn enthousiasme die chauffeur aan te klampen. Ik maak een misstap, val en mijn enkel klapt dubbel en met mijn stuitje op diezelfde stoep. Simon en een Taiwanese dame schieten me te hulp maar ik kan niet direct opstaan. Ik moet even bijkomen van mijn misSTAP.


Alles doet pijn en vooral mijn linkervoet. Ik hinkel naar de taxistandplaats en daar stappen we bij een vriendelijke dame in. Zijn brengt ons naar het Fun Trip hostel en daar moeten we nog tot 16.00 uur wachten op het inchecken. Net op tijd om het STAP budget te proberen te bemachtigen want dat is net zo moeilijk als kaartjes voor LOWLANDS scoren. Een vriendelijke dame is ons naar het dakterras gevolgd en gebaart dat ik geen ijs op mijn enkel moet leggen. Ze neemt mijn voet in haar hand en kijkt naar een filmpje op YouTube. Ze begint mijn voet te masseren met tijgerbalsem. Heel pijnlijk maar ze voelt stukje voor stukje, elke teen en elke pees waar het probleem zit. Dan tovert ze een soort hotpack uit haar tas en gebaart dat die erop moet. Zo tof en serieus: aandacht maakt alles mooier, hetvoelt ook direct beter!


Om 16.30 uur zit ik klaar met Djaad om in te loggen op de site van het UWV maar wat we ook doen we komen er niet door. Zojuist leest ik dat door de grote belangstelling voor het STAP budget de inschrijving is uitgesteld tot 11.00 uur. Ik was al teleurgesteld maar -as we speak- ga ik het weer proberen! Helaas, stelletje UWV prutsers. Het lukt niet omdat de hele site eruit ligt. Ok, dan maar eten bij de locale Duitse uitbater. Iets met wurst und sauerkraut vergezeld van zwei Bier. Das macht etwas gut al viel de rekening helaas niet mee net als het eten. Huiswaarts dan maar en hopen dat het voetje en het stuitje het morgen weer goed doet zodat we lekker op STAP kunnen.